donderdag 26 april 2012

Shinedown - Amaryllis

Een eerste indruk is vaak erg bepalend als je een nieuw persoon ontmoet. Eigenlijk is dit hetzelfde met muziek, vindt je het eerste nummer dat je hoort geweldig, dan krijg je meteen een positiever beeld van de rest van het album. Vanzelfsprekend ging dit hetzelfde met de eerste single van het nieuwe album van Shinedown: Amaryllis. Ik had er alleen niet verder naast kunnen zitten.

Bully, zoals het nummer heet, is namelijk een typisch voorbeeld van een gemiddeld hardrock-liedje. Harde gitaren, een kenmerkend riffje en een tekst die probeert een diepe indruk achter te laten. Niet op een emotionele manier, maar meer op een “kijk mij eens harde teksten schreeuwen”-manier (“We don’t have to take this, back against the wall / We don’t have to take this, we can end it all!). Vrij standaard dus. Toch moet ik eerlijk bekennen dat de lyrics toch wel een goed statement maken, pestkoppen mogen namelijk van mij ook wel van onze wereld afgeschopt worden. Maar het nummer leek naar mijn mening teveel op hun eerdere werk.

Eerder werk dat ook zeker het luisteren waard was, maar nergens 'uniek' was. Pas met hun voorgaande album, Sound of Madness (2008), werd er een stap in de goede richting gezet. Vooral het nummer ‘Second Chance’ had hier een grote bijdrage aan. En terecht, want je komt maar zelden een nummer tegen die met zoveel passie en gevoel is gezongen. Dit geldt eveneens voor een aantal  andere nummers, en dit is waarschijnlijk ook dé reden dat Shinedown met Amaryllis hierop voortborduurt. Huh, voortborduurt? Jawel, Bully is namelijk niet te vergelijken met wat de rest van het album in petto heeft.
"Op een paar ongeslepen randen na, is Shinedown met Amaryllis daadwerkelijk tot bloei gekomen."

File:Shinedown-Amaryllis.jpg
Om maar meteen even met de deur in huis te vallen; Amaryllis is naar mijn mening een van de beste albums van de afgelopen jaren. Het is een perfecte combinatie van dat – ja het staat er nog wel op – hardere werk en de rustige, meer melodieuze nummers. Ja, het openingsnummer Adrenaline kickt nog lekker in met simpele teksten (“Give me the wheel / So we can move a little faster / I make it real / I’m not a glorious disaster”), maar het je wel helemaal lekker te maken voor het album. Het nummer is heerlijk druk en geeft je bij wijze van spreken een frisse stoot adrenaline. Het is een heerlijk opwarmertje voor de rest van het album. 

Brent Smith steelt duidelijk de show. Bij dit album valt pas werkelijk op hoe goed die jongen eigenlijk kan zingen. Hij zingt op ontzettend veel toonhoogtes, waarbij het tempo in veel gevallen ook erg gevarieerd is. Of ie nou op een schreeuwerige manier zingt in ‘Enemies’ of bijna emotioneel in bijvoorbeeld ‘Unity’, het weet elke keer de juiste ‘snaar’ te raken. De meeste nummers zijn hierdoor heerlijk catchy en blijven snel in je hoofd hangen. Vooral bij laatstgenoemde plaat valt pas op hoeveel de band eigenlijk gegroeid is. Er wordt niet alleen gebruik gemaakt meer van de standaard instrumenten die we in zoveel bands vinden. Unity en veel andere nummers (I’m not Alright of Through the Ghost) maken nu ook gebruik van instrumenten als de piano of een synthesizer die de nummers iets meer diepte geven. 

Het album weet zich zo werkelijk een eigen plekje te geven in het genre, en dat is eigenlijk meteen het grootste pluspunt. Eindelijk heeft Shinedown de rode draad gevonden waar ze verder mee kunnen werken. Brent Smith weet het zelf uitstekend te verwoorden: “During the recording, the vision of what Shinedown is and where it's going became completely clear. Amaryllis is the manifestation of that vision, the centerpiece of what Shinedown is. It reflects on everything we've done and where we're heading.” En dit is voor een keer geen commercieel kletspraat, maar gewoon de waarheid. Op een paar ongeslepen randen na, is Shinedown met Amaryllis daadwerkelijk tot bloei gekomen. Wie zei ook alweer dat een eerste indruk altijd bepalend was?

4/5 sterren

dinsdag 10 april 2012

Vroeger was alles beter?

Glazig staar ik uit het raam van de bus. Al de hele weg regent het pijpenstelen en het ziet er niet uit dat het de komende tijd gaat stoppen. “Dat wordt wat als ik straks naar huis moet lopen,” denk ik bij mezelf. Ik besluit maar eens een blik te werpen in de bus zelf. Dan valt mijn oog op een meisje van een jaar of tien, die driftig op haar smartphone aan het krabbelen is. Waarschijnlijk is ze iets als DrawSomething aan het spelen, want ze lijkt heel geconcentreerd. Toch kijk ik met een enigszins afkeurende blik naar het meisje; hoe kan iemand van tien immers zo’n peperdure smartphone in bezit hebben? 

We leven in een tijd waarin hipsters met bijbehorende hippe gadgets hoogtij vieren. Een smartphone hier, een iPad daar… Gadgetfabrikanten als Apple, Samsung of Sony verdienen goud geld aan het uitbrengen van dit soort spul. Niet alleen omdat iedereen het wil hebben, maar ook omdat het meeste spul ontzettend prijzig is. Als je een iPhone los wilt kopen, ben je vaak al meer dan 700 euro kwijt! Desondanks weet het de gehele wereld te veroveren. Je moet namelijk zo’n dingetje in bezit hebben, anders hoor je er niet bij! Dus ook kleine meisjes die net in groep 6 van de basisschool zitten, moeten met hun vriendjes en vriendinnetjes Draw Something kunnen spelen. Geen wonder dat velen zich af vragen waar het heen gaat met deze wereld.

Een dikke tien jaar geleden ging het er namelijk heel anders aan toe. Althans anders… Laat ik het beter verwoorden: een dikke tien jaar geleden vond men dat het heel anders eraan toe ging. Juist. Ik durf te zeggen dat het eigenlijk precies hetzelfde was toen wij nog kleine koters waren. Ik lees en zie constant posts (bijvoorbeeld op 9gag) over mensen die klagen dat de kinderen van tegenwoordig ontzettend verwend zijn. Ze kunnen bijvoorbeeld de waarde van de technologie niet inzien, omdat ze het vaak gewoon in hun schoot geworpen krijgen. Voor hun is een telefoon waarmee je haarscherp HD een filmpje kan opnemen doodnormaal, terwijl ‘wij’ vroeger blij mochten zijn als er überhaupt een camera op zat. Vaak was het zelfs zo dat er niet eens kleur op zat.

"Eigenlijk moeten wij blij zijn met het feit dat wij een generatie eerder op de aarde zijn gebracht."

Internet was vroeger afhankelijk van je telefoonverbinding. Was mam aan het bellen? Pech gehad. Tegenwoordig kan men eigenlijk niet meer leven zonder internet. Het is een deel van ons leven geworden. Ongelofelijk, gezien twintig jaar geleden bijna niemand nog van het wereldwijde web had gehoord en het eigenlijk pas sinds het vorige decennium écht populair is geworden. Door dit soort taferelen, krijg je vaak kreten dat de kinderen van nu het maar goed hebben met hun gekke gadgets. Wij hebben het langzaamaan moeten opbouwen, terwijl zij meteen het beste van het beste konden krijgen (al is dat natuurlijk niet helemaal waar, de technologie verbeterd immers nog steeds met de dag).

Om nog maar even op het verschil terug te komen: eigenlijk moeten wij blij zijn met het feit dat wij een generatie eerder op de aarde zijn gebracht. Wij hebben alle die toffe veranderingen meegekregen. Wij waren feitelijk de eerste generatie die mobiel belde, die (let wel: als kind!) op het internet kon surfen én die talloze nummers op hun iPodje kwijt konden. We waren de eerste generatie die mochten proeven van Social Media, in de vorm van het welbekende MSN. En het mooiste van alles is: we groeiden ermee op, we zagen het groot worden. En dat is iets wat je moet koesteren.

Tegenwoordig is dit allemaal doodnormaal en wordt er – inderdaad – minder waardering aan geschonken. Daarom begrijp ik ook wel dat mensen daar veel over klagen. Maar vergeet niet; vroeger was jij ook helemaal de man als jij met een mobieltje met camera op school verscheen. Of als jij thuis internet had en de nieuwste spellen kon draaien. Of als je met een stel linkkabels en een Game Boy op school verscheen. Pas dan hoorde je er helemaal bij. See my point? En onze ouders maar klagen dat wij het zo goed hadden, want in hun tijd was dit wel anders…