zaterdag 26 mei 2012

Opgeslokt?


Afgelopen jaar schreef ik op een mooie herfstdag in oktober mijn eerste blog voor deze ehm… blog. Hierin kwam Social Media, met in het bijzonder de mobiele telefoon, sterk naar voren. Want hoe sociaal was het nou eigenlijk, om de hele tijd met je smartphone in je handen te zitten, ondanks dat je ‘in feite’ heel sociaal bezig bent? Voor mijn 15e stukje op deze site wilde ik hier even op terugkomen.


Want op die mooie herfstdag in oktober was het al erg, maar – om even het bruggetje naar het heden te schetsen – tegenwoordig kan je er al helemaal niet om heen. Het schijnt tegenwoordig zo erg te zijn dat zelfs de ‘gewone’ media het aan de kaart brengen. Afgelopen maanden stonden de kranten vol artikelen waarin stond dat wij tegenwoordig niet meer zonder ons mobieltje kunnen. Zelf wist ik het ook al een beetje te voorspellen destijds: “Zonder dat we het doorhebben, slokt dit medium ons helemaal op”, was mijn conclusie uit "Hoe sociaal is Social Media?" en het is eigenlijk gewoon de waarheid geworden.
 
Afgelopen zaterdagavond ontstond (onder het genot van de nodige biertjes) een discussie tussen mij en een aantal vrienden over dit fenomeen. Ik kreeg tegen de vraag tegen mij aangedrukt of ik namelijk nog wel zonder een mobieltje kon. Gezien de er al de nodige alcohol door onze aderen liep, wilde een van mijn vrienden er zelfs een weddenschap tegenaan knallen. Of ik, samen met hem, een week zonder mijn telefoon kon. Het zweet begon toen wel over mijn voorhoofd te druppelen, want ik wist dat dit antwoord gewoon volmondig “nee”, was.

"Kan jij je nog een wereld voorstellen zonder Social Media?"

Uiteraard had hij wel makkelijk praten, gezien hij nog met een Nokia uit het jaar 0 rondliep en geen toegang had tot meer recente (en stiekem best wel fijne) applicaties zoals Twitter en Whatsapp. Dat het geval nog kon bellen was een wonder. De weddenschap was eigenlijk dus niet helemaal eerlijk. Toch begon ik wel een beetje te twijfelen, was ook ik afhankelijk geworden van mijn telefoon? In het eerder genoemde Vernuftig Verhaliteitje noemde ik mezelf al een soort ‘Coos Vriendenloos’ toen ik even geen mobiel om handen had. Tegenwoordig is het eigenlijk alleen maar erger geworden. En niet alleen met mij, maar met (bijna) iedereen.

Toch gaat het een beetje ver om de telefoon zelf de schuld te geven. Die conclusie wordt meestal wel getrokken, maar is eigenlijk helemaal niet waar. Want mensen die nog een oude Nokia 3310 in hun broekzak hebben, kennen dit probleem niet. Deze koekenbakkers hoor je ook het meeste zeuren op de mensen die altijd met hun telefoon bezig zijn. Pas als je zelf een smartphone koopt, begin je te merken hoe leuk die verschillende 'apps' zijn. Het enige probleem alleen is dat je dezen ook gaat gebruiken in gezelschap, wat stiekem niet zo heel sociaal is. 

Dit brengt ons natuurlijk middels een mooi bruggetje weer bij Social Media, wat gewoon de boosdoener van dit alles is. Of boosdoener, eigenlijk is het natuurlijk prachtig dat we op zoveel (makkelijke) manieren met elkaar in contact kunnen komen. Het is stiekem toch wel een van de grootste innovaties van de afgelopen jaren. Alleen de manier waarop het gebruikt wordt nekt het een beetje. De vraag is dan eigenlijk ook niet hoe lang we zonder telefoon kunnen, maar hoe lang we zonder de fijne applicaties van die telefoon kunnen. Kan jij je eigenlijk nog een wereld voorstellen zonder Social Media?

woensdag 2 mei 2012

De juiste kaart


Zweetdruppels lopen over mijn voorhoofd, terwijl ik diep in gedachten ben over mijn volgende zet. Ondertussen kijk ik mijn tegenstander strak aan. Zijn gezicht geeft echter niets vrij en een beetje minachtend kijkt hij terug. “Zou hij doorhebben dat ik niets heb?” denk ik bij mezelf. Desondanks heb ik de twee hoogste kaarten uit het spel verborgen onder mijn rechterhand, al heb ik daar vrij weinig aan met een gevaarlijke flop als QQ4. Toch acht ik de kans vrij klein dat hij een van die kaarten had en daarom besluit ik het risico te wagen.“Ik bet 1500 chips”, zeg ik op een zelfverzekerde toon, terwijl ik mijn tegenstander strak aan blijf kijken. Die hoeft echter niet lang na te denken: “All-in”. 

Het sloopt soms letterlijk en figuurlijk je zenuwen, dat poker. Soms kom je voor beslissingen te staan die het keerpunt van het toernooi kunnen betekenen, en op andere momenten moet je met argusogen toekijken hoe je tegenstanders al je chips wegnemen. Vooral in van die groezelige en donkere café’s kunnen de gemoederen hoog oplaaien. Soms moet je zien hoe jouw zorgvuldig gespeelde AA op de river (bij de laatste kaart die op tafel wordt gelegd) wordt verslagen door een toevallige 3-of-a-kind of dubbel pairtje. Frustratie gegarandeerd. Op andere momenten sta je bijvoorbeeld zelf in die positie en moet je ontzettend veel risico nemen, terwijl je maar de ‘kans’ hebt op een straat of flush. 
 
Zoals ik al zei; op sommige momenten sloopt het echt je zenuwen. Vooral als je het in het ‘echt’ speelt, is de spanning soms om te snijden. Je moet hierbij niet alleen rekening houden met je eigen kaarten en wat er op tafel ligt, maar ook met je tegenstanders. Laten ze tekenen zien dat ze wat hebben? Soms zijn het hele kleine dingetjes die verraden dat je tegenstander een goede hand heeft en die moet je maar net spotten. Maar dit geldt ook andersom, kan jij je ‘poker face’ behouden als je op de flop een knalharde full house hebt gehit? Heel anders dan online, waar je vaak meer op je ‘gevoel’ kan spelen, gezien je de gezichten van je tegenstanders toch niet kan zien. 

"Kan jij je ‘poker face’ behouden als je op de flop een prachtige full house hebt gehit?"

Maar dit is tegelijkertijd ook wat pokeren zo leuk maakt. Het is net als een kat-en-muis-spelletje, jij moet op het juiste moment je tegenstander te pakken weten te krijgen. Dit lukt niet altijd met de juiste kaarten of flop, soms moet je keihard bluffen om je tegenstander onder de tafel te krijgen. En als dat is gelukt, geeft dat een heerlijk gevoel. Daarbij valt er ook nog eens een hoop geld mee te verdienen. Of te verliezen. Geluk speelt hierbij stiekem wel een hele grote rol, al is het mooie van poker dat je het grotendeels wel zelf in de hand hebt. 

~

Meer en meer gedachten spinnen door mijn hoofd: “Waarom zou hij zoveel risico wagen? Wat heeft hij in godsnaam? Heeft hij door dat ik keihard loop te bluffen?” Ik denk lang na. Ondertussen zit een van mijn andere tegenstanders vervelende dingen te roepen om mij af te leiden. Ze slaan echter wel de juiste snaar, want ik heb inderdaad niets. Toch vermoed ik door deze roekeloze all-in dat mijn tegenstander ook niets heeft en besluit ik ook al mijn chips op het spel te zetten. En ik mijn voorgevoel was juist, want hij draait ‘slechts’ KJ om. Met een kleine glimlach draai ik mijn superieure AK om, haast verzekert van de winst. Hij kon immers alleen winnen als er een boer kwam op de turn of river. Toch had ik dit moeten afkloppen, want wat kwam er op de laatste kaart? Zenuwslopend spelletje, dat poker.