Zweetdruppels lopen
over mijn voorhoofd, terwijl ik diep in gedachten ben over mijn volgende zet. Ondertussen
kijk ik mijn tegenstander strak aan. Zijn gezicht geeft echter niets vrij en
een beetje minachtend kijkt hij terug. “Zou hij doorhebben dat ik niets heb?”
denk ik bij mezelf. Desondanks heb ik de twee hoogste kaarten uit het spel verborgen
onder mijn rechterhand, al heb ik daar vrij weinig aan met een gevaarlijke flop
als QQ4. Toch acht ik de kans vrij klein dat hij een van die kaarten had en
daarom besluit ik het risico te wagen.“Ik bet 1500 chips”, zeg ik op een zelfverzekerde
toon, terwijl ik mijn tegenstander strak aan blijf kijken. Die hoeft echter
niet lang na te denken: “All-in”.
Het sloopt soms letterlijk en figuurlijk je zenuwen, dat
poker. Soms kom je voor beslissingen te staan die het keerpunt van het toernooi
kunnen betekenen, en op andere momenten moet je met argusogen toekijken hoe je
tegenstanders al je chips wegnemen. Vooral in van die groezelige en donkere café’s
kunnen de gemoederen hoog oplaaien. Soms moet je zien hoe jouw zorgvuldig
gespeelde AA op de river (bij de laatste kaart die op tafel wordt gelegd) wordt
verslagen door een toevallige 3-of-a-kind of dubbel pairtje. Frustratie
gegarandeerd. Op andere momenten sta je bijvoorbeeld zelf in die positie en
moet je ontzettend veel risico nemen, terwijl je maar de ‘kans’ hebt op een
straat of flush.
Zoals ik al zei; op sommige momenten sloopt het echt je
zenuwen. Vooral als je het in het ‘echt’ speelt, is de spanning soms om te
snijden. Je moet hierbij niet alleen rekening houden met je eigen kaarten en
wat er op tafel ligt, maar ook met je tegenstanders. Laten ze tekenen zien dat
ze wat hebben? Soms zijn het hele kleine dingetjes die verraden dat je tegenstander
een goede hand heeft en die moet je maar net spotten. Maar dit geldt ook
andersom, kan jij je ‘poker face’ behouden als je op de flop een knalharde full
house hebt gehit? Heel anders dan online, waar je vaak meer op je ‘gevoel’ kan
spelen, gezien je de gezichten van je tegenstanders toch niet kan zien.
"Kan jij je ‘poker face’ behouden als je op de flop een prachtige full house hebt gehit?"
Maar dit is tegelijkertijd ook wat pokeren zo leuk maakt.
Het is net als een kat-en-muis-spelletje, jij moet op het juiste moment je
tegenstander te pakken weten te krijgen. Dit lukt niet altijd met de juiste
kaarten of flop, soms moet je keihard bluffen om je tegenstander onder de tafel
te krijgen. En als dat is gelukt, geeft dat een heerlijk gevoel. Daarbij valt
er ook nog eens een hoop geld mee te verdienen. Of te verliezen. Geluk speelt
hierbij stiekem wel een hele grote rol, al is het mooie van poker dat je het
grotendeels wel zelf in de hand hebt.
~
Meer en meer gedachten spinnen door mijn hoofd: “Waarom zou
hij zoveel risico wagen? Wat heeft hij in godsnaam? Heeft hij door dat ik
keihard loop te bluffen?” Ik denk lang na. Ondertussen zit een van mijn andere
tegenstanders vervelende dingen te roepen om mij af te leiden. Ze slaan echter
wel de juiste snaar, want ik heb inderdaad niets. Toch vermoed ik door deze
roekeloze all-in dat mijn tegenstander ook niets heeft en besluit ik ook al
mijn chips op het spel te zetten. En ik mijn voorgevoel was juist, want hij
draait ‘slechts’ KJ om. Met een kleine glimlach draai ik mijn superieure AK om,
haast verzekert van de winst. Hij kon immers alleen winnen als er een boer kwam
op de turn of river. Toch had ik dit moeten afkloppen, want wat kwam er op de
laatste kaart? Zenuwslopend spelletje, dat poker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten